Osteopathie is een vorm van manuele therapie. Dat betekend dat de osteopaat alleen zijn handen gebruikt tijdens de behandeling.
Osteopathie is gebaseerd op principes uit de embryologie, anatomie, fysiologie en neurologie. De osteopaat richt zich op het vinden en behandelen van bewegingsbeperkingen (blokkades) in het lichaam die klachten kunnen veroorzaken. De uitgangspunt is dat alles in het lichaam beweegt o.a. spieren, botten, ingewanden, bloedvaten en lymfe.
Onderzoek en behandeling vindt plaats vanuit een holistische benadering. Met andere woorden: er wordt gekeken naar het totale beeld (de mens) en niet alleen specifiek naar de klacht.
- Er zijn drie belangrijke systemen binnen de osteopathie:
Het pariëtale systeem: het bewegingsapparaat (gewrichten, beenderen, spieren en fasciae) - Het cranio-sacraal systeem: de schedelbotten, hersenvliezen zenuwstelsel en het heilig been
- Het viscerale systeem: de inwendige organen met de daarbij behorende bloedvaten, lymfe en zenuwen
Deze drie systemen staan met elkaar in verbinding en beïnvloeden elkaar onderling.
De osteopathische behandeling is onder andere gericht op het verminderen van de fasciale spanningen en het optimaliseren van de circulatie.
In de osteopathie is de circulatie van lichaamsvloeistoffen van essentieel belang (bloed, lymfe en hersenvloeistof). Zodra de circulatie ongestoord door het hele lichaam kan stromen, worden de weefsels en organen beschermd, gefaciliteerd in hun groei en gerepareerd. Daar waar de stroming zich belemmert wordt- kan een ziekte ontstaan.
Nog een belangrijk principe binnen de osteopathie is het zelfregulerend mechanisme van het lichaam. Ons lichaam bevat een eigen “drug store” waarmee hij zichzelf kan genezen. Een voorbeeld ervan zijn o.a. bloedstolling, bacteriedoding, littekenvorming en koorts.
Osteopathie is veilige behandelmethode die de bewegelijkheid van het lichaam zo optimaal mogelijk probeert te herstellen en behouden.